Het merendeel van onze tijd brengen we door in grote steden (Wuhan: 8 miljoen inwoners; Shanghai: 23 miljoen inwoners) maar een enkele keer was er ook plaats in het programma voor een uitstap naar het platteland. Nu is het verkeer in de steden hier al geen lachertje maar een keer de stadswallen voorbij, wordt het pas echt een uitdaging. Geen gebrek aan brede autostrades (vier baansvakken in beide richtingen) maar door de barsten en putten in het wegdek, moet er continu in zigzag gereden worden. Je leert het ook snel af om vooraan in de bus te gaan zitten - kwestie van je ogen open te kunnen houden en je hart geen drie keer per minuut te laten stilstaan. Allemaal meegemaakt: kleine vrachtwagen die opeens rechtsomkeer maakt (en dus al spookrijdend op zijn stappen terugkeert); chauffeur die dwars over het linkerrijvak staat om via een gat in de middenberm naar de andere kant van de autostrade over te steken; chauffeur die gewoon stopt en zich even parkeert in het midden van de weg om te sms'en... Gelukkig ging het er op de boerenbuiten een beetje rustiger aan toe (verlaten straten is iets wat we al lang niet meer gezien hadden).
Wat er nog in het oog springt: afval, overal langs de weg, sommigen lijken zelfs te sparen voor een eigen afvalberg in de achtertuin.
En dan nog een paar impressies: velden, serres, visvijvers, en een dorpje.