donderdag 4 december 2008

Chillen en surfen

Drie dagen met 12 personen doorbrengen op een zeilboot die bedoeld was om 8 personen te huisvesten, was genoeg gebrek aan comfort. We besluiten om te herbronnen in het Long Island Resort. Ons verblijf daar is kort samen te vatten: hangmat, cocktail en om toch de indruk te hebben dat we iets nuttigs doen: tennis en minigolf.




Hangmat.










Hangmat in gebruik.








Veel kleuren op een kleine maar lawaaierige vogel.









De Belgische kalkoen.






En na drie dagen chillen is het weer tijd om de koffers in te pakken en terug te vliegen vanuit Proserpine Airport naar Brisbane. Vanuit Brisbane gaan we dan via een shuttle naar Surfers Paradise. Hier een foto van de wachtruimte van Proserpine Airport. Zoals je kan zien bestaat die uit een grasveld onder de blote hemel (een van de voordelen van bijna altijd goed weer hebben).


We zijn de check-in gepasseerd en wachten met een hoop andere totdat we aan boord mogen. By the way, blijkbaar zie ik er als een explosievenexpert uit, want ik word voor de tweede keer uit de rij gehaald en gecontroleerd op springstof.


Surfers Paradise. Hier gaan we 5 dagen doorbrengen. Ik had hier heel hard naar uitgekeken. Surfen leek me een van de leukere dingen des levens en ik wou dit al lang eens proberen. Wat hebben we geleerd? Surfen zonder aangepaste kledij, zorgt voor een hardnekkige uitslag (dit door het schuren van het bovenlichaam over de surfplank). Gelukkig was het hier een graad of dertig en liepen er hier wel meer mensen met een rode huid rond. Verder hebben we geleerd dat surfen vrij moeilijk is. Dat de golven van uur tot uur anders zijn. Dat we nog lang geen volleerde surfers zijn en dat we dat zeker nog eens willen doen. Yeahaaaaaaa.



De eerste dag nemen we een les van twee uur. We krijgen aangepaste kledij en een speciaal surfboard voor beginners.





De golven zijn die eerste dag ideaal en het duurt dan ook niet lang voordat deze zeemeermin haar evenwicht vindt.







Surfen moeilijk? Hoe komt ge er bij?









Opschepper :-)








Nog lang niet Patrick Swayze in Point Break, maar we komen er wel.







Vlug, trek die foto voordat ik weer van mijn plank stuik.




Die eerste dag waren de condities dus zeer goed en staan we effectief op onze planken. De drie volgende dagen zijn de golven minder voorspelbaar en wordt er meer zout water geslikt dan ons lief is. De laatste dag zien we af van surfen omdat de reeds vernoemde "surf rash" een beetje te pijnlijk is. Geen nood er kan hier ook gewoon op het strand gelegen worden. En dat is ook een sport! (ja, echt).


zaterdag 29 november 2008

Bye NZ, hello Australia

Zaterdag 22 november, de kerstman wuift ons uit. We verlaten Christchurch en we vliegen naar Australie. We komen aan in het gezellig warme Brisbane (over een graad of dertig kunt ge niet klagen, toch ?). Het is die dag de finale van de Rugby League Worldcup (er is Rugby Union, wat meestal gewoon Rugby wordt genoemd en er is zijn kleine broertje Rugby League. Het grote onderscheid tussen beiden is dat bij Rugby League het team in balbezit maar 5 pogingen krijgt om te scoren en als dat niet gelukt is, de bal moet geven aan de tegenpartij. Bij Rugby mag je proberen totdat je de bal verliest). Die finale wordt in Brisbane zelf gespeeld en toevallig hebben zowel het team van Australie als het
team van NZ de finale gehaald. De Kiwis tegen de Kangaroos! We eten een hapje op een terras in Chinatown en besluiten een pub in te duiken en keihard voor de Kiwi's te supporteren.










De Kangaroos zijn de grote favorieten, ze hebben de laatste 7 worldcups gewonnen. Maar dit keer moeten ze het onderspit delven. De Kiwis winnen! We verlaten de pub en vieren de overwinning in het bruisende Brisbane (Christchurch is zo dood als een pier vergeleken met Brisbane. Het deed deugd om nog eens een hoop mensen uit de bol te zien gaan).

De volgende dag checken we onze katers in op een vlucht van Brisbane naar de Whitsunday Coast en overnachten we in Airlie Beach. En dat ziet er ongeveer zo uit:















Wat echter niet op de foto's te zien is, is dat we terecht komen in "Schoolies Week". Dat is de Chrysostomos van Australie. Hele horden 18-jarigen zakken af naar de kuststeden en gaan daar vieren dat ze klaar zijn met Highschool. We zijn heel blij dat we de volgende dag aan een driedaagse zeiltrip beginnen, want een mens van begin dertig kan maar een beperkt aantal dronken tieners die de hele tijd "OH MY GOD!" krijsen verdragen voordat agressie de overhand neemt.

Van zeilen hebben we geen van beiden kaas gegeten, dus lijkt een georganiseerde zeiltrip ons de beste optie. We hebben er van genoten en we hebben ook afgezien. Onze kajuit was ontzettend klein, warm en stonk naar zo'n chemisch openbaar toilet. Slapen hebben we niet veel gedaan tijdens de 3 nachten aan boord van de "Prima". Maar dat werd goedgemaakt door het snorkelen (heel heel mooi), dat een openbaring was. Het weer was fantastisch (nog nooit zoveel zonnecreme gesmeerd) en het eten was ook goed. We hebben wel niet veel gezeild omdat de wind het een beetje liet afweten, maar dan zette onze kapitein Jimmy, wel even de motor aan.



In de verte onze boot de "Prima"















Liesbeth op Whitehaven Beach, een van de stranden met het fijnste zand ter wereld.








De hele groep maakt zich klaar om te gaan snorkelen. Misschien dat de persoon achteraan u bekend voorkomt.












Enkele snorkelfoto's. We hadden geen onderwatercamera, dus niet zelf getrokken, wel zelf gezien. Mooie vis en braincoral.

vrijdag 21 november 2008

Aoraki / Mount Cook

De laatste etappes in onze rondreis brengen ons naar het Mount Cook National Park en van daar terug naar Christchurch. Aoraki (de Maori naam voor Mount Cook) betekent wolkenkliever, een toepasselijke naam want Aoraki is met zijn 3754 meter de hoogste berg in Nieuw-Zeeland.











Van Oamaru maakten we eerst nog een korte omweg via Moeraki (van die knikkers op het strand) . We hadden namelijk opgevangen dat het dorpje wereldbefaamd (in Nieuw-Zeeland) was voor zijn visrestaurant. Niet dat wij als culinaire critici door het leven gaan, maar we gunnen onze maag toch ook graag eens iets, dus op naar Fleur's Place. We waren zeker niet de enigen die het gerucht gehoord hadden, want tegen etenstijd verdubbelde het restaurant met gemak de bevolking van het piepkleine dorpje. Het was een fijne maaltijd van Blue Cod met wel heel krokante groentjes maar al bij al was het uitzicht op de baai en de sfeer van het restaurant zelf misschien wel het leukste aan de trip.











Met goedgevulde maag vatten we de rit naar Mount Cook aan. De laatste 50 km lopen via het Lake Pukaki, een helderblauw meer in de verte begrensd door besneeuwde bergen. Vooral op een zonnige dag (zoals de dag van ons vertrek), licht het meer op in een bijna onnantuurlijk blauwe kleur.










Mount Cook Village bestaat bijna uitsluitend uit het Hermitage Hotel. Het is een Nationaal Park dus de accomodatiemogelijkheden worden strikt beperkt. Dit maakt dat je je echt middenin de natuur kan wanen (maar toch in het comfort van een elegante studio). Tegen de avond aan klaart de bewolking op en krijgen we een prachtig landschap te zien. En vanwaar kunnen we dat beter aanschouwen dan in het Panorama restaurant met 3D zicht op de omliggende bergen? Glaasje wijn in de hand en zes-gangen op het menu? Ongewoon decadent maar 't zijn onze laatste paar dagen hier dus waarom niet in stijl afsluiten.










De volgende dag zetten we er een stevige pas achter (om die decandentie van de vorige dag eraf te lopen) en maken we een wandeling van een paar uur in de Hooker Valley. Tussen de bergen (zie het filmpje hieronder), over hangbruggen, langs rivieren gevuld met gletsjerwater, en met een gletsjermeer als eindbestemming.
Omdat het zo'n mooie dag is, en we eigenlijk nog niet helemaal terug naar Christchurch en het einde van de reis willen, doen we nog een tweede wandeling: naar de Tasman Gletsjer. Het gletsjermeer ligt in de zomer (nu dus) vol met ijsbergen die van de gletsjer zijn afgebrokkeld. Op de foto was de schaal van die ijsrotsen niet goed te zien dus hebben we een rode pijl geplaatst bij een rubberbootje dat gevuld met tien mensen op het meer rondvaart.












En dan rest alleen nog de lange weg naar ons startpunt. De enige stop die we onderweg nog gemaakt hebben is Lake Tekapo, opnieuw felblauw gekleurd. Met onze wow-sensoren volop in overdrive kwamen we 's avonds in Christchurch aan en logeerden we toepasselijk in het SO hotel, in een kamer zonder ramen. Genoeg vergezichten gehad.